Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [31]Hiram, de koning van [32]Tyrus, zond boden tot David, en cederenhout, en [33]timmerlieden, en [34]metselaars; en zij bouwden David een huis. 31. Hebreeuws, Chiram. 32. Hebreeuws, Tsor. Een zeer vermaarde, machtige, koninklijke koopstad, gelegen aan en in de zee bij de westelijke grenzen van den stam Aser. Zie ook Joz.19:29. 33. Hebreeuws, meesters, of, kunstenaars van hout. 34. Hebreeuws, kunstenaars, of meesters van steen des wands, of wandsteen.